Het woongedeelte in het geboortehuis van Pater van den Elsen

Het geboortehuis van Gerlachus van den Elsen is het meest markante museumgebouw. 

Het is een zgn. langgevelboerderij met als voornaamste kenmerken dat het woongedeelte, stalgedeelte en tasruimte (opslagplaats) naast elkaar en onder één kap zijn gesitueerd. De ‘geut’ (bijkeuken)werd met name in de zomer gebruikt. D'n Herd (woonkamer) werd meestal in het najaar en de winter gebruikt. In de bedstee naast de kachel sliepen vaak de ouders (er werd vroeger nog veel ingetrouwd).

Naast d’n ‘herd’ had men de 'Goej kaomer’. Deze werd alleen gebruikt voor bezoek van voorname personen, zoals de pastor, notaris of dokter. De bedstee in deze ruimte was wel gewoon in gebruik.