Tuinen en akkers
De tuinen, velden en akkers van het Boerenbondsmuseum zijn ingericht zoals rond 1900 gebruikelijk was in Zuidoost-Brabant. Ze worden zoveel mogelijk bewerkt op de manier zoals toen en je komt er gewassen, bloemen en planten tegen die destijds in deze regio groeiden en bloeiden. Achter de kortgevelboerderij is een kruidentuin terug te vinden.
De zandgronden in Zuidoost-Brabant waren licht en warm, wat betekent dat ze snel opwarmden in de lente, maar ook snel uitdroogden. Deze schrale gronden waren arm aan voedingsstoffen en hadden vaak een lage natuurlijke vruchtbaarheid. De gewassen die geteeld werden, moesten aangepast zijn aan de zandige bodem. Enkele van de meest voorkomende gewassen waren:
- Rogge: Dit was een belangrijk gewas omdat het goed bestand is tegen arme grondcondities.
- Aardappelen: Een ander belangrijk gewas dat goed groeide op de zandgronden en een basisvoedsel was voor de lokale bevolking.
- Haver en gerst: Deze gewassen werden vaak gebruikt voor voer voor dieren.
- Bieten en bonen: Deze gewassen hielpen bij het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en waren belangrijk voor de rotatie.
Het proces van zaaien, poten en oogsten was grotendeels handmatig en arbeidsintensief. De gemeenschap speelde een grote rol in de landbouwcyclus, vooral tijdens drukke perioden zoals het oogstseizoen.
De technologische ontwikkelingen waren begin 1900 nog beperkt, hoewel aan het einde van de 19e eeuw en begin 20e eeuw mechanisatie langzaam begon toe te nemen. Toch bleef de landbouw in Zuidoost-Brabant sterk afhankelijk van menselijke en dierlijke arbeid.
Veldkapel
Aan het einde van het karrenspoor kunt u de veldkapel bezoeken. Deze veldkapel is gesticht ter ere van St. Gerlacus, patroonheilige van het vee. De locatie van deze veldkapel is niet toevallig: de kapel staat te midden van de weilanden en het vee.
Veldkapellen vindt men overal in Brabant en Limburg, maar Gemert spant hierin de kroon. Dat komt omdat Gemert tot aan de Franse tijd een Vrijstaat was, onder de ridders van de Duitse Orde, waardoor de Protestantse Staten-Generaal geen zeggenschap hadden.Jaarlijks wordt in augustus een heilig lof opgedragen aan St. Gerlacus.
Kinderboerderij
Op het terrein van het Boerenbondsmuseum is een kinderboerderij gevestigd: ’t Prullekes Höfke (‘kindertuin’). Hier kunnen kinderen kennismaken en knuffelen met allerlei kleindieren, zoals geitjes, konijntjes en cavia’s. Maar er lopen ook verschillende ezels, ganzen, kippen en ganzen rond. En ook een heus hangbuikzwijntje. In de kinderboerderij is ook een hoogstamboomgaard van fruitbomen. Elk gemengd bedrijf had een boomgaard met verschillende soorten appels en peren.
Verder zijn er verschillende moestuinen en kruidentuinen te zien op het museumterrein waar groenten, bloemen en planten te zien zijn die vroeger maar ook vandaag de dag rondom boerderijen veelvuldig te zien zijn.