De boterfabriek

Deze boterfabriek is de eerste coöperatieve fabriek van de N.C.B. (Noordbrabantse Christelijke Boerenbond). Gebouwd in Boekel in 1899.

Tot 1912 is het in bedrijf geweest als boterfabriek, daarna heeft het verschillende jaren dienst gedaan als lagere school, vervolgens als pootaardappelbewaarplaats, als verkoopwinkel voor veevoeder van de C.H.V. en tot slot nog vele jaren als slagerij. Het is dus géén zuivelfabriek, want er werd toen alléén boter gemaakt en nog geen producten zoals kaas, yoghurt of andere melkproducten.

Het gebouw is heel goedkoop gebouwd. Enkelsteens, dat betekent geen spouwmuur. Bij deze enkelsteense muren zijn de stenen zodanig gelegd, dat ze naar buiten op afschot liggen, zodat het regenwater niet naar binnen kan lopen. Deze fabriek is destijds mét inventaris gebouwd voor ƒ 2.200.- (vandaag ca. €30.000), ínclusief ƒ 600,00 aan apparatuur. Dit gebouw is in 2006 steen voor steen afgebroken en weer opgebouwd op het museumterrein. Dit type fabriekjes was typerend voor Oost-Brabant. In het noorden en westen werden in deze periode als stoomzuivelfabrieken gebouwd, maar de prijs daarvan lag veel hoger (ƒ 25.000,00, vandaag ca. € 340.000). Maar in deze regio waren dergelijke bedragen niet te betalen, ook al omdat de veebezetting van boeren veel te laag was en de investering veel te hoog.

Laboratorium

In het laboratorium was een warmwaterketel aanwezig, die gestookt werd met hout. Dit was nodig voor de reiniging van de apparatuur en voor het onderzoek van het vetgehalte van de melk. In de fabriek staat een melkcentrifuge, zoals die werd gebruikt in deze handkrachtboterfabriekjes. De centrifuge moest met handkracht bediend worden. Hij scheidde het melkvet van de melk en had een capaciteit van 150 liter per uur. In deze fabriek werd per dag gemiddeld 600 liter melk aangeleverd. In de wintermaanden hoogstens 200 liter en in de zomermaanden, als de koeien in de wei liepen, 1.000 liter. Dat betekende, dat diegene die de centrifuge bediende 6 tot 8 uur per dag moest draaien, wat zeer zwaar werk was. Daarna moest alles gereinigd worden! Werkdagen van 10 tot 12 uur waren geen uitzondering. En dat 6 dagen in de week. In deze handkrachtboterfabriekjes werkten 4 personen, waarbij de botermaker de belangrijkste functie bekleedde. Tot 1912 is de fabriek in Boekel in bedrijf geweest en toen vervangen door de nieuwe stoomzuivelfabriek “De Boterbloem”. Dit was een gemeentelijk monument, maar moest geruimd vanwege woningbouw.

Momenteel wordt er in de fabriek demonstratief kaas en boter gemaakt op de authentieke manier.

In het eerste jaar van de oprichting van deze handkrachtzuivelfabriek telde de coöperatie 54 leden. Gezamenlijk leverden zij 188.200 liter melk, goed voor 6.402 kilogram boter, die beter was dan de boterkwaliteit van de boerderijen en een veel betere prijs opbracht: ƒ 1,10 tegen ƒ 0,85 per kg. voor boerderijboter.